U bent hier

15/06/2016

Ondanks de stijging van het aantal ingeschreven leerlingen blijft het leerniveau in Zambia laag. Grote, heterogene klassen zorgen ervoor dat leerlingen die basisvaardigheden missen, geen kansen krijgen om bij te benen. Programma’s met leren op maat van het kind kunnen dit probleem helpen oplossen. Het Zambiaanse ministerie van Algemeen Onderwijs lanceert daarom een ‘catch up’-programma dat gebaseerd is op interventies die hun effectiviteit reeds hebben bewezen door willekeurige evaluaties in landen als India en Ghana. Dit doet ze samen met de Zambia Education Sector Support Technical Assistance (ZESSTA), het UK Department for International Development (DFID), UNICEF, het Abdul Latif Jameel Poverty Action Lab (J-PAL) en VVOB. Het programma begint met een pilootproject in 2016 en 2017 dat, indien succesvol, nadien op grotere schaal zal worden ingezet.

Van India naar Zambia

Zambia’s ministerie van Algemeen Onderwijs streeft ernaar dat alle Zambiaanse kinderen naar school kunnen gaan, er blijven en er leren. Toch toont recent tweejaarlijks nationaal onderzoek een daling van de leerresultaten. In 2014 was 65% van de leerlingen in het tweede leerjaar van de lagere school niet in staat om ook maar één woord correct te lezen in de eigen taal. De resultaten van het vijfde leerjaar wijzen op een dalende trend in de prestaties, vooral in wiskunde en Engels. Om dit aan te pakken, is het onderwijscurriculum aangepast. Het bevat nu ook lesgeven in een thuistaal tot het vierde leerjaar. De uitvoering ervan begon in 2014.

Om de leerlingen die achterop raakten in taal en rekenen de kans te geven om te kunnen bijbenen naar het niveau van het leerjaar waarin ze zitten, zal het ministerie een ‘catch up’-programma implementeren. In een pilootfase zal dit zich richten op de leerlingen van het derde tot vijfde leerjaar in lagere scholen in de provincies Southern en Eastern. Het ministerie zal deze piloot en de mogelijke uitvoering op grotere schaal baseren op de pedagogische benadering van ‘Teaching at the Right Level’. Deze richt zich op het verbeteren van de taal- en rekenvaardigheden van kinderen in de lagere school door hen te groeperen volgens capaciteiten en hen les te geven afgestemd op hun leerniveau.

Pratham, een grote onderwijs-NGO in India, heeft deze pedagogische aanpak ontwikkeld en verder verfijnd de afgelopen twee decennia. Pratham ging een partnerschap aan met J-PAL om het model te evalueren. Nadat de evaluaties hadden uitgewezen dat de methode het leren van de leerlingen had verbeterd, brachten ze haar in de praktijk op grotere schaal in verschillende staten van India.

Testen twee modellen

Het ministerie van Algemeen Onderwijs van Zambia begint met een piloot van het ‘catch up’-programma in november 2016. Het programma groepeert gedurende specifieke periodes leerlingen op basis van hun leerniveau in plaats van hun leeftijd. Als het onderwijs gericht is op de vaardigheden van leerlingen, er geschikt materiaal voor elk vaardigheidsniveau is, er specifieke opleiding voor leerkrachten is en er adequate ondersteunende mechanismen voor de monitoring zijn; is de kans op succes van het programma erg groot waardoor de leerlingen kunnen bijbenen en effectief vooruitgang zullen maken in hun leren.

Het pilootproject zorgt voor een doelgericht en op het niveau aangepast lesgeven aan kinderen in 80 geselecteerde scholen over een periode van één maand in 2016 voor de provincie Eastern en zes maand in 2017 in provincie Southern. Het gaat over vier districten: de districten Monze en Pemba in provincie Southern en de districten Katete en Chipata in provincie Eastern.

Het programma zal twee licht verschillende modellen testen:

  • Eén maand intensief: In de provincie Eastern zullen de geselecteerde scholen leerlingen van het derde tot vijfde leerjaar één maand hergroeperen op basis van hun kennis van rekenen en hun geletterdheid. De klemtoon zal liggen op rekenen en op lezen en schrijven.
  • Eén uur per dag: In de provincie Southern zullen scholen de leerlingen elke dag hergroeperen voor één uur. In het eerste semester is er een klemtoon op lezen en schrijven. In het tweede semester is er de ene dag een klemtoon op lezen en schrijven, de andere dag richten ze op een combinatie van wiskundeonderwijs en geletterdheid.

Een belangrijk onderdeel van de pilootfase is de monitoring van de uitvoering om tot begrip te komen van wat werkt en waarom. Het ministerie krijgt sterke steun bij de materiaalontwikkeling en aspecten van procesevaluatie. De resultaten zullen het ministerie van Algemeen Onderwijs helpen bij de beslissing om dit programma al of niet op grotere schaal uit te voeren in Zambia en op welke manier.

VVOB biedt training en ondersteuning

In dit ‘catch up’-programma is VVOB geselecteerd als partner om training te voorzien en ondersteuning te bieden bij de monitoring doorheen de piloot. VVOB zal training voor leerkrachten organiseren en bezoeken ondernemen aan de scholen om hen te coachen en te monitoren. Daarnaast zal VVOB een belangrijke communicatieverbinding zijn tussen scholen en de staf van de zone, het district en het nationaal ministerie. VVOB zal monitoren en mentoren trainen voor hun rol bij de uitvoering en monitoring van de piloot en zal ook de monitoren van de overheid ondersteunen bij hun in training en begeleiding van de leerkrachten. Ook ouders worden ondersteund bij de monitoring van het programma. VVOB zal de data die men verzamelt op het niveau van de school en het district; beheren, samenbrengen en diens kwaliteit bewaken. Ten slotte organiseren we ook monitoringvergaderingen, opfristrainingen en afsluitsessies.

 

VVOB is enthousiast voor haar deelname vanaf de pilootfase aan dit nieuw partnerschap met verschillende betrokkenen. We kijken ernaar uit om een van de modellen van dit ‘catch up’-programma te zien slagen en bij te dragen om het op te schalen naar het hele land.