U bent hier

Kennismaken met superdiversiteit en armoede via een stage in Zuid-Afrika

Jaarlijks loopt een zestal studenten van hogeschool Odisee een onderwijsstage in Zuid-Afrika. Het is voor deze jonge leraren-in-spe een unieke kans om hun relativeringsvermogen en zelfredzaamheid aan te scherpen en om hen te laten aanvoelen wat ‘superdiversiteit’ en ‘armoede’ betekenen.

Dit gaan baie vinnig

“Op onze eerste schooldag in Klapmuts werden we met een klein hartje afgezet door Chevonne, een mevrouw die in de bib van Klapmuts werkt. En het eerste wat er gebeurde wanneer we uit de auto kwamen, was dat een meisje naar ons toe kwam en ons een stevige knuffel gaf. Er was ons al vaak gezegd dat de kinderen in Klapmuts ons zoveel liefde gingen geven, maar dat we dit vanaf het eerste moment al zouden ontdekken, hadden we nooit gedacht. Het is wel wennen: van Paarl naar Klapmuts is een enorme verandering. Ook al werden we hierop voorbereid, door dit zelf te ondervinden, werden onze ogen pas echt opengetrokken. En het is toch wel zwaar om te zien hoe de kinderen iedere dag opnieuw - zelfs door regen en wind - te voet naar school komen, te zien hoe kinderen aan elkaar een stukje brood vragen omdat ze niets meekregen van thuis, de enorme verschillen te zien tussen twee scholen die nog geen 15 minuten van elkaar verwijderd zijn. En toch wordt er hier alles aan gedaan, iedere dag opnieuw, om deze kinderen verder te helpen.

Klapmuts brengt heel wat gevoelens teweeg bij mezelf; vreugde, verdriet, medelijden, verwondering. Dit is het andere deel van Zuid-Afrika! […]

'Ik ben benieuwd wat jullie met Klapmuts zullen doen, en vooral wat Klapmuts met jullie zal doen!'

Dit zijn de woorden van Ron Frans, een voormalig ANC-strijder en nu de geëngageerde oprichter en directeur van de Klapmutsschool, gelegen naast een township in de regio West-Kaap Zuid-Afrika. Het ‘Klapmutsproject’ biedt aan jonge leraren-in-spe een unieke kans om hun relativeringsvermogen en zelfredzaamheid aan te scherpen en om hen te laten aanvoelen wat ‘superdiversiteit’ en ‘armoede’ betekenen.

Gemiddeld zes van onze laatstejaarsstudenten volgen nu al drie jaar lang eerst een week les aan de faculteit Onderwijs van de Cape Peninsula University of Technology in het studentenstadje Wellington. Nadien lopen ze vijf weken stage in een van onze twee ‘witte’ - lees rijke - partnerscholen (Eversdal en Paarl) en vijf weken in een arme ‘townshipschool’ in het dorpje Klapmuts. De schok - een ‘clash’ bijna - bij de overgang van de ene wereld naar de andere is niet te onderschatten.

Een meerderheid van de leerlingen in de Klapmutsschool lijdt bovendien aan ‘FAS’ (Foetaal Alcohol Syndroom), een kwalijk gevolg van alcoholmisbruik tijdens de zwangerschap van hun moeder. Zwangere vrouwen krijgen namelijk financiële steun als ze een kind met een handicap op de wereld zetten. Velen onder hen drinken daarom extra veel met de wortel van de geldelijke steun voor ogen. Schrijnend, vooral omdat veel kinderen daardoor cognitieve problemen hebben.

Een goede voorbereiding is het halve werk

We bereiden onze studenten daarop intensief voor. Dat gebeurt onder meer door hen de methodiek van het Toverbos aan te leren om zo kinderen te ondersteunen bij het leren herkennen, benoemen, beleven en uiten van hun emoties. Ze moeten bovendien een volledige zaterdag workshops rond thema’s als armoede en interculturele vaardigheden volgen. En ze krijgen lessen Afrikaans en een les politieke geschiedenis van Zuid-Afrika, zó nodig om de Zuid-Afrikanen en hun prachtige land te kunnen begrijpen. 

Ek sal jullie nooit vergeet

In alle verslagen lezen we gelijkaardige reflecties als deze woorden van een student die in zijn blog schreef: “Deze buitenlandse stage is niet enkel op professioneel maar ook op persoonlijk vlak een verruiming geweest. Ik heb het gevoel dat ik dankzij deze stage een ander beeld op onderwijs, mezelf en de wereld heb gekregen. Ik heb gemerkt dat we blij en dankbaar moeten zijn voor wat we krijgen. Ik heb ontdekt dat ik als persoon ook veranderd ben. Ik heb ontdekt wat echt belangrijk is in het leven. En ik zal de liefde en vriendschap van mijn Zuid-Afrikaanse familie en kinderen nooit vergeten!”

 

Door An De Moor,
Talenbeleidcoördinator en International Relations Coordinator ICOS bij Odisee
Zakken die klaarliggen voor het ontbijt van de Klapmutsleerlingen