Mijn stage was een zeer speciale stage. Suriname was voor mij thuiskomen: het land waar ik ben opgegroeid. Ik had er al zeker 2 jaar naar uitgekeken en was heel blij om te kunnen vertrekken.
De stage bestond uit twee delen een lesgeefstage en een onderzoeksopdracht. De lesgeefstage ging door de Surinaamse Technische School 2 (STS2) en de Volksmuziekschool (NVMS). Ik studeer af in de onderwijsvakken muzikale opvoeding en project kunstvakken. Aangezien ze op STS geen artistieke vakken hebben, moest ik mij flexibel opstellen. Ik heb gekozen om een algemeen vormend vak te geven namelijk Sociale Wereld Oriëntatie(SWO). Een vak dat bestaat uit elementen van biologie, aardrijkskunde, geschiedenis en maatschappijleer. Op de volksmuziekschool heb ik les gegeven aan de hele kleine muzikantjes in het programma ‘het is fijn om muzikaal te zijn’.
De tweede dagen na aankomst heb ik mij aangemeld op het VVOB kantoor. Samen met de stagebegeleiders brachten we een kennismakingsbezoek aan de STS2. Van de onderdirecteur kregen we uitleg en een rondleiding door de school. Het was de eerste keer dat ze buitenlandse stagiaires op de school hadden. Mijn collega en ik kregen carte blanche om onze roosters samen te stellen. Dat was heel prettig om direct zoveel vertrouwen te krijgen. STS2 bestaat uit 820 leerlingen en 60 leerkrachten. De school heeft 5 afstudeerrichtingen. Het niveau is lager beroepsonderwijs, te vergelijken met BSO in Vlaanderen. De leeftijd van de leerlingen varieert van 13 tot 21 jaar. Er zitten gemiddeld 30 leerlingen in een klas. Ik gaf, verspreidt over 2 dagen, in totaal 8 uren les per week .
Ik moest soms echt luid praten om me verstaanbaar te maken. Door de infrastructuur van de school, hele dunne scheidingswanden en veel leerlingen op de gangen, was het heel rumoerig in de school. Ondanks het lawaai buiten waren de leerlingen tijdens mijn SWO lessen zeer rustig en geboeid. De samenwerking met de school verliep ook zeer goed. Ik vond de wekelijkse gesprekken met de stagementor en de leerlingenbegeleiding zeer waardevol om de school en de schoolcultuur beter te begrijpen. Ik vond het ook een mooie erkenning van ons werk dat de directie ons vroeg om een presentatie/workshop te verzorgen voor de startende leerkrachten in de school. Het moest gaan over klassenmanagement, een onderwerp waar veel beginners problemen bij ondervinden. De presentatie viel zeer in de smaak.
Op de Volksmuziekschool was het lesgeven een feest. Mijn lessen bestonden uit zingen, verhalen vertellen, muziek noteren en muziek beluisteren. Ik heb een nieuwe methode van muziekles aan jonge muzikantjes toegepast. Hierbij leerden de leerlingen de sol-sleutel maken, de akkoordnoten van do-groot noteren en ze ook zingen. De leeftijdsgroep waar ik voor stond was van 4 tot 9 jaar en ze waren heel gemotiveerd. Dit is iets dat je niet veel terug vindt in de muziekschool, vooral bij oudere studenten. Op de NVMS gaf ik 3 uur per week les. Tijdens de laatste les waren de ouders van de leerlingen uitgenodigd. Ik heb veel positieve feedback ontvangen.
Het tweede deel van de stage was het onderzoek naar de impact van begeleiding van mentoren op startende leerkrachten. Het was zeer boeiend onderzoek, dat bestond uit een kwantitatief luik, waarbij we een enquête hebben opgesteld en verstuurd naar de 5 pilootscholen waar VVOB Suriname mee samenwerkt. En een kwalitatief luik waarbij ik startende leerkrachten mocht interviewen. Door de interviews kreeg ik een beter beeld van het onderwijsgebeuren in Suriname. Ik vond dat interessant en heel tof. Het eindresultaat heb ik mogen presenteren aan de medewerkers van VVOB Suriname en afgevaardigden van het Ministerie van Onderwijs.
Naast al dit werken hoort natuurlijk ook ontspanning. Ik heb daarom nog wat tijd vrijgemaakt voor wat uitstappen naar het binnenland.
