You are here

Overgang van kleuter- naar lager onderwijs in Vietnam

Ik hou van Vietnam en heb er al heel lang een band mee. Ik kreeg er een zoon, heb er vrienden en ben er graag toerist. Ik zag hoe het land razendsnel evolueerde tussen 1993 en 2014. Het samenwerkingsverband tussen PBDKO en VVOB geeft me de kans om het land als onderwijsprofessional te leren kennen. Het thema waarrond we samenwerken is de overgang van kleuteronderwijs naar lager onderwijs (het transitieproces).  Eind oktober 2014 trok ik samen met Machteld Verhelst (directeur PBDKO) op verkennende missie. We bezochten scholen, beleidsverantwoordelijken en alle echelons van de Vrouwenunie en verzorgden een vormingssessie waarin we het thema verder verkenden. Mijn extra focus tijdens de verkennende missie was ouderbetrokkenheid en de rol van ouders in het transitieproces.

De overgang van kleuteronderwijs naar lager onderwijs is over de hele wereld een stressvol moment voor kinderen en hun ouders. Overal zoekt men in het onderwijs naar manieren om de transitie ‘zacht’ te maken. Ook in Vietnam.  In Vlaanderen en Vietnam zijn er heel wat gelijkaardige factoren die er voor zorgen dat de overgang moeilijk loopt. Vietnamese ouders zijn net als Vlaamse ouders bezorgd als hun kind zich niet goed voelt op school, als het klaagt over buikpijn of hoofdpijn vooraleer het naar school vertrekt. Dit blijken universele signalen te zijn voor ‘schoolangst’. Niet alleen ouders zijn bezorgd, ook leerkrachten gaan na hoe het anders kan. Vietnamese leerkrachten geven aan dat het grootste probleem voor kinderen die overgaan van kleuteronderwijs naar lager onderwijs hun gebrek aan zelfvertrouwen en onafhankelijkheid is. Kinderen hebben het moeilijk met toiletbezoek, met zelf kleren aandoen en met eten. Ouders en school kunnen samenwerken aan het vergroten van het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid van de kinderen.

Ik observeerde in Vietnam ook een grote druk op kinderen. Tijdens de schoolbezoeken en de gesprekken met ouders en leerkrachten viel op dat men in de Vietnamese kleuterscholen veel meer prestatiegericht werkt dan in Vlaanderen. Kinderen kunnen er op heel jonge leeftijd al heel mooi letters schrijven. Ouders hebben er alles voor over om hun kleuter ‘bij te werken’ als blijkt dat hij uitvalt. Ze sturen hun kleuter op bijles of naar voorbereidende lessen en hebben daar heel wat Vietnamese Dong voor over.

Dat prestatiegerichte uit zich niet enkel in de kleuterschool. Wetenschappers geven aan dat net die prestatiegerichte ingesteldheid er mede voor zorgt dat het Vietnamese onderwijs het heel goed doet in de PISA-onderzoeken. Uit het onderzoek blijkt ook dat je echt kan spreken van het realiseren van gelijke onderwijskansen in het Vietnamees onderwijs. Daar zijn we in Vlaanderen minder sterk in. Het Vietnamese onderwijsbeleid is zich bewust van de grote druk die op kinderen gelegd wordt en wil daar aan werken. Het Vietnamese onderwijsbeleid schafte dit schooljaar al het huiswerk af en leerkrachten mogen niet langer met ‘punten’ werken op het rapport. Dit omdat kinderen onder te grote druk komen te staan als ze thuis een ‘slecht’ rapport voorleggen. Het onderwijsbeleid vroeg steun aan VVOB om het kleuteronderwijs meer kindgericht en ontwikkelingsgericht uit te bouwen.

Wat me intrigeert in Vietnam is de werking van de Vrouwenunie. De Vrouwenunie werkt op alle echelons van de samenleving. We maakten kennis met het nationale, het provinciale en het lokale niveau en mochten deelnemen aan een bijeenkomst in een klein gehucht. Moeders en ook vaders kunnen met hun zorgen terecht op bijeenkomsten van de Vrouwenunie. Dat getuigden ouders tijdens ons bezoek. Een mama vertelde me dat ze heel wat problemen had met haar kinderen. De kinderen werden heel snel en veel boos en ze wist niet goed hoe ze met dat gedrag om moest gaat. In de Vrouwenunie leerde ze hoe ze met zo’n gedrag kon omgaan. Nu gaat alles beter. Een papa vertelde dat hij zijn zoon beter kan begeleiden sinds hij vorming kreeg rond loopbaanbegeleiding. En het zal ook via de kanalen van de Vrouwenunie zijn dat PBDKO en VVOB zal werken rond het transitieproces van kleuteronderwijs naar lager onderwijs.

De Vrouwenunie kan je wat vergelijken met de Vlaamse Femma. Alleen is de slagkracht van de Vrouwenunie veel groter. De Vrouwenunie is in 1930 opgericht en behartigt sindsdien de rechten en belangen van de Vietnamese vrouwen op alle niveaus van de samenleving. De Unie streeft naar ontwikkelingsmogelijkheden voor vrouwen en naar gendergelijkheid. Armoede uitbannen is een van haar belangrijkste doelstellingen. Ze wil vrouwen ondersteunen om een gelukkig en duurzaam gezinsleven te leiden.  Daartoe werkt ze onder meer met ouders rond hun ouderlijke vaardigheden. 15 miljoen vrouwen waren in 2012 lid van de Vrouwenunie. Dat is een heel groot bereik. De Vrouwenunie werkt samen met VVOB, Unicef en tal van andere organisaties mee aan het implementeren van onderwijsvernieuwingen. Dat doet ze door vormingssessies voor ouders, door artikels in haar bulletin en door opvoedingsclubs. De Vrouwenunie werkt ook heel nauw samen met het onderwijsbeleid. Van een organisatie met zo’n bereik kunnen we in Vlaanderen enkel dromen.

Door: Gerda Bruneel, pedagogisch begeleider PBDKO