U bent hier

Stageland: 
Zimbabwe
Stagejaar: 
2009

Nu we (zaterdag) halverwege onze rit zijn, wordt het nog eens tijd stil te staan bij de ervaringen hier. Onze gewaarwordingen zijn doorheen de tijd gegroeid en hier en daar worden sommige aardige dingen al bijna een gewoonte.

  • Het eten meestal zonder bestek, begin ik letterlijk en figuurlijk handig te vinden, aangezien het een hele uitdaging is het hard gebakken vlees hier te snijden. De sadza is echt een vetmaker en jammergenoeg vind ik het niet slecht, niet dat er heel veel smaak inzit, maar het vult. Ze zijn er hier ook trots op dat de stagiaires altijd vetter naar huis gaan, ze zien bovendien als een compliment je te vertellen dat je er al dikker uitziet of kilo’s aan het verzamelen bent, nuja dit komt wel wat anders aan :-). Nog over de sadza, wanneer je natuurlijk op een workshop drie keer per dag sadza eet en ’s morgens een variant voorgeschoteld krijgt, die gewoon wat wateriger is en waarbij je boter, peanut butter, zout en suiker moet of kunt toevoegen, begint de appreciatie natuurlijk wel wat te dalen, nuja ik blijf het naar binnen werken. Zout ja zout eten ze hier, alles wordt overgoten met zout en de gaatjes van het zoutflesje zijn niets vergeleken met de kleine gaatjes in België.
     
  • Het drinken: de mazoe (een soort grenadine die aangelengd dient te worden met water) valt hier soms met flessen uit de lucht. Hier in de office toch soms, in de colleges is het bijna een feest als er mazoe te drinken valt. Thee wordt hier ook zeer gewaardeerd, hoe warm het ook is, hoeveel men ook overtijd is in de workshop, er wordt thee gedronken, meestal geserveerd met een koekje, een boterham met enorm veel zoute boter, confituur of felroze vlees. Verder kan je hier blijkbaar Stella krijgen, het enige Belgisch biertje die hier te kopen valt. Soms heb je ook een actie, een wijnfles voor 2 dollar, je krijgt er geen hoofdpijn van en ze valt nog te smaken op de koop toe. Ook hebben we al eens geproefd van de amarula, omdat je hier dus ook amarula bomen vindt, smaakt naar Baileys. Maar wees gerust, het water van de kraan wordt nog altijd het meest gedronken.
     
  • Harare stad. Dat Harare een stad is, werd al van de eerste dag duidelijk en toch sta ik er soms nog versteld van, van de hoge gebouwen en blokken, de accomodatie die er is en de toch redelijk goeie wegen, wel met redelijk veel enorme putten die niet- of met veel te grote of te kleine stenen- gedicht worden (mensen die elders in Afrika zijn geweest, vertellen toch steeds dat de wegen hier goed meevallen). De verkeerslichten die al dan niet werken en het verkeer, waar je met een grote auto baas bent over kleine auto’s, fietsers en voetgangers.

    De stad waar de overvolle commuters langs je voorbij razen met hier en daar een arm of een been uit de deur of het raam. (De prijs van een commuter werd trouwens ook van de ene op de andere dag voor even verdubbeld). De stad die ruikt naar rare benzine, ik weet niet veel over benzine of olie, maar ik weet dat sommige auto’s niet gezond ruiken of roken, voor zover auto’s dit wel kunnen doen. Onze thuis voor nog meer dan 70 dagen, waar ook andere geuren te merken zijn, omdat er vaak dingen worden verbrand die voor een tijdje je neusgaten kunnen prikkelen. De stad, die plots groen water uit de kranen liet lopen, met als gevolg weken geen water meer te bieden. Ook hier zijn wij weer van gespaard, aangezien Hanne en Jeremy hun eigen waterput hebben. Harare, waar ze weken geleden bij een van de collega’s langsgingen om te vragen of ze een bijdrage konden geven voor het herstellen van een stroompanne. Er moesten namelijk nieuwe stukken gekocht worden in Zuid-Afrika, maar er was gebrek aan geld. Over geld gesproken, hier en daar zijn de zimdollars hier nu op de grond te vinden omdat sinds een maand de dollar heerst. Er werd blijkbaar ook in een toilet een blaadje opgehangen; only tissues, no zimdollars. De stad waar het vanaf 18u pikdonker is en de vogels al fluiten vanaf 5u-5u30. Waar we nog steeds dezelfde mensen tegenkomen, ’s morgens en ’s avonds om dingen te verkopen; van geroosterde mais - met zout op - tot kranten, telefoonkaarten, bloemen, sigaretten, cavia’s, konijnen en puppy’s. Harare waar het internet werkt als het zin heeft en hetzelfde geldt voor het gsm-verkeer. Waar je ook langs de weg nog steeds (oude kapotte of zelfgemaakte) grasmachines, kappers, schoenmakers (al is dit meer in de rurale gebieden), bordjes met pictures, tree cutters, ... vindt met een telefoonnummer die verwijzen naar mensen die je hiermee kunnen helpen.
     

  • VVOB. VVOB gaat door, zeker nu de scholen opengegaan zijn en de leerlingen (en leerkrachten) blijven binnenstromen, want de workshops komen er in een vlot tempo aan. Maar ook in de tijd hiertussen moet worden opgemerkt dat men niet stil heeft gezeten. Men ging actief scenario’s maken voor een cholera-workshop en zat met de mensen samen om het over het nut van preventie te hebben. Informatie werd verspreid en men speelde dus in op de nood van ‘het volk’, want cholera is nog steeds de ziekte waaraan te veel mensen sneuvelen, onder andere omdat velen niet weten hoe ze eventueel gespaard kunnen blijven of hoe ze het kunnen behandelen wanneer men liters vloeistof verliest langs onder en langs boven. VVOB die welgekend is bij de 14 scholen (allemaal) en organisaties en ook altijd goed verwelkomd wordt. Je kan echt merken dat de appreciatie enorm groot is bij de partners.
     
  • De workshops; zitten er dus aan te komen, het weekendwerk is niet meer ver weg en ook dit weekend waren we op workshop. We zullen moeten wennen aan de lange ritten voor onze verplaatsingen naar de colleges, maar het is natuurlijk wel een uitdaging omdat we zo een heel stuk van Zimbabwe te zien zullen krijgen. Ondertussen dus al in Mutare, Masvingo (+ Great Zimbabwe- de ruïnes waar Zimbabwe zijn naam aan te danken heeft) – Bondolfi en Morgenster-, Nyanga (natuurpark) en Belvedere gezeten.

    We kwamen dus voor het eerst in contact met de studenten zelf, die meestal wel blij zijn iemand nieuw in het gezelschap te verwelkomen. INTERESSANT, maar soms ook shoquerend hun manier van denken te ontdekken. Vorige week was er iemand in mijn groepje overtuigd dat het aids-virus kon worden geplant door middel van bommen. Deze konden dus via explosieven verspreid worden in het land dat men wou treffen. Dit weekend een leraar (!) in mijn groepje die een vriend had gehad die genezen was van aids door zijn geslachtsdelen te wassen na een vrijpartij, absurd dus en vooral verschrikkelijk als je de leerlingen soms met open mond ziet luisteren naar dergelijke verhalen. Gelukkig werd het mooi rechtgezet, maar dan nog. Het doet je toch even schrikken. Ook is er een bepaalde vragenlijst met 'waar of niet waar'-stellingen rond aids. Sommige zijn enorm overtuigd van verkeerde stellingen: zoals genezen van aids door met een maagd te vrijen.

    Voorlopig alleen nog maar workshops rond cholera, new members intake- waar men een soort studentenclub op school wil opstarten of nieuw leven in een bestaande club wil blazen- en een stukje van life skills meegemaakt. Dit weekend trouwens op de weg gereden naar Masvingo, de weg waar de vrouw van Tsvangirai werd getroffen, het is een gevaarlijke weg, zeker ’s nachts, niets van verlichting en enorm veel trucks die hun lichten niet goed regelen –waardoor je dus soms verblind wordt- of die meer plaats nemen dan ze nodig hebben.

    Verder was de weg naar ons college overdag wel erg gezellig –even de enorme putten buiten beschouwing gelaten-; koeien –die volgens mij soms meer weg hebben van een kameel en die niet kijken voor ze de straat willen oversteken-, weeral aapjes en baboons :-) -ik wou er vroeger echt altijd zo een hebben zoals Pipi Langkous-, geiten –al geit gegeten trouwens maar het was de eerste en laatste keer denk ik-, en veel ezels –‘k vind dat eigenlijk nog mooi en ze doen mij denken aan Shrek- en de kindjes die ertussen aan het spelen zijn...

    Op de workshop in Bondolfi was trouwens een cholera uitbraak voor we er heen gingen, dus moesten we extra voorzichtig zijn, er was ook al een eind geen water, geen electriciteit, geen eten in de winkels en geen bereik meer...
     

  • Het weer is echt aan het minderen, de zon heeft andere dingen te doen denk ik maar hier is ze alleszins eventjes zoek. Misschien is het Belgisch weer overgevlogen en hebben we de zon eventjes daar uitgeleend.
     
  • De mensen die nog altijd lachen en veel dezelfde vragen stellen: hoe is het? Hoe heb je geslapen? Hoe is Harare? Hoe is Zimbabwe? Hoe is Belgie? Diezelfde mensen die er soms geen idee van hebben hoe wij leven en die soms te pas en te onpas lachen met hun eigen situatie. Op een workshop keken we bijvoorbeeld een keer samen naar het nieuws en ze waren aan het lachen met hun eigen miserie. Nuja dit heeft zowel zijn voor- als nadelen. De Zimbabwanen zijn allesbehalve gewelddadig ondanks alles dat ze al hebben meegemaakt. De mensen dus, die actief zijn en graag dansen en zingen. Die echt aan alles zouden meedoen wat je vraagt op een workshop en die dus echt enorm leuk zijn om bezig te zien, soms echt om kippenvel van te krijgen.
     
  • De cultuur; de Shona en de Ndebele cultuur. Waarbij in de Ndebele taal ‘clics' gehanteerd worden met de tong die ik na mijn thuiskomst nog niet zal kunnen nadoen. Maar het is dus voornamelijk Shona, de taal waarvan iedereen denkt dat je het leert door het te horen, niets van waar. Ik zie geen gelijkenissen met het Engels, eerlijk gezegd. Hier en daar al woorden geleerd, maar je moet blijkbaar opletten wat je tegen wie zegt. ‘Ndeipi’ is iets als ‘what’s up?’ Jongerentaal dus die je blijkbaar niet mag hanteren tegen principals, want daar wordt verwacht dat je ‘makadini’ zegt en in je handen 'klapt' en normaal gezien ook door je knieën buigt. Het woord 'Ehe' dat ze constant zeggen als bevestiging dat ze luisteren. En sommige dingen die ze echt geloven, dat je op een bord kunt wegvliegen naar België als je behekst bent, een droom hebben dat je vrijt met iemand kan hier ook, maar ze zien dit dan wel als iets magisch een ware transformatie waarbij men dus echt gelooft bij de dame in kwestie te zijn geweest.

    En niet te vergeten de beeldhouwkunst die hier enorm populair is, je vindt hier enorm veel sculptures langs de weg; beeldjes groot en klein, gekleurd of niet gekleurd, gehouwen uit steen, zeer mooi. Van muziek is de mbira, sorry als het mis is, blijkbaar het bekendste instrument, de muziekleraar in kwestie in Bondolfi wou het mij leren, maar de dag erna ben ik er niet meer geraakt, jammer. Ik heb het wel nog nooit gehoord, maar het festival in mei komt dichterbij.
     

  • En de natuur; nog iets waar ik niet veel van weet, maar er daarom niet minder van geniet. Wat ik wel kan zeggen is dat alles er hier kleuriger uitziet, je uitzichten hebt waar je in België niet moet naar zoeken en zowel klimaat als uitzicht enorm verschillend is op de plaatsen waar ik al geweest ben.

Kim Naessens,
stagiaire in Zimbabwe