U bent hier

06/04/2008

Hoewel Kenia lange tijd te boek stond als een stabiel Afrikaans land, ging het na de dubieus verlopen verkiezingen mis. Gewelddadige confrontaties tussen aanhangers van de regering en de oppositie was het resultaat. Het land maakt nu de balans op na bijna vier maanden politieke strijd: duizend slachtoffers, bijna honderdduizenden mensen op de vlucht, diepe etnische verdeeldheid en de economie in puin.

De oorzaak van het verkiezingsgeweld wordt vaak gezien als een strijd tussen etnische groepen. De situatie is veel ingewikkelder, onder meer de schrijnende kloof tussen arm en rijk, de armoede en de uitzichtloosheid bij miljoenen gefrustreerde jongeren. Deze elementen spelen niet langs strikte etnische lijnen. De huidige generatie politici moet het vertrouwen herstellen. Er ligt ook een grote medeverantwoordelijkheid bij de Afrikaanse Unie en bij de wereldgemeenschap om deze basisoorzaken aan te pakken.

Tom Vandenbossch, VVOB-coöperant in Kenia, bericht over de laatste ontwikkelingen: “Het is zover, sinds afgelopen zondag hebben we eindelijk een coalitieregering in Kenia. Het is een regering van nationale eenheid geworden met veertig ministers. Mwai Kibaki blijft president en de vroegere oppositieleider Raila Odinga wordt eerste minister. Dit zou voorlopig een eind moeten maken aan de politieke crisis, en gans het land kan zich opnieuw concentreren op verzoening en ontwikkeling. Eerste prioriteit is het oplossen van het vluchtelingenprobleem. De regering zal ook werken aan een nieuwe grondwet, waarmee conflicten over land en macht moeten worden opgelost. Er is terug optimisme bij de bevolking, ook op economisch vlak (de Keniaanse shilling staat sterk en de beurs doet het weer beter). Maar er is ook veel pessimisme, want er dreigt een enorme voedselcrisis en de beruchte Mungiki-sekte heeft weer van zich laten horen via relletjes in verschillende steden.”