U bent hier

31/12/2008

Suriname, het groene land geprangd tussen Brazilië, Guyana en Frans Guyana. Een land van 500.000 inwoners, een multiculturele samenleving (Hindoestanen, creolen, Javanen, Chinezen, blanken, indianen, marrons,…). Suriname, een Nederlandstalig buitenbeentje op het grote Spaans-Portugees sprekende Zuid-Amerikaanse subcontinent.

Zoals elk ander land is Suriname een land met kansen en bedreigingen, een land met plussen en minnen. Zo ook in het onderwijs. Een op het eerste zicht te beheersen aantal van 322 basisscholen staat in schril contrast met de logistieke moeilijkheden om scholen in het binnenland te bereiken. Een uitgelezen multiculturele groep van leerlingen met verschillende taalachtergronden wordt geconfronteerd met een schooltaal die ze van thuis uit soms niet kennen.

De cijfers voor het lager onderwijs zijn dan ook niet altijd even goed in vergelijking met enkele andere landen in het Caribische gebied. Het percentage zittenblijvers is bijvoorbeeld erg hoog: ongeveer 27% in het eerste leerjaar en 19% voor de leerjaren twee tot en met zes. Het slaagpercentage voor de eindtoets in het zesde leerjaar is zowat 55%. Het aantal vroegtijdige schoolverlaters in het lager onderwijs is hoog: ieder jaar bijna 8% van de leerlingen. De oorzaken van deze minder goede cijfers zijn onder meer toe te schrijven aan het tekort aan kwalitatieve leermiddelen, verouderde curricula, gebrekkige bij- en nascholing van leerkrachten, onvoldoende bevoegde leerkrachten en een gebrekkig systeem van toetsing, doorstroming en selectie.

VVOB heeft in 2008 verschillende onderwijsprojecten die aflopen. We integreren de belangrijkste onder-wijskundige en procesmatige bevindingen van deze projecten in ons nieuwe onderwijsprogramma, PROGRESS genaamd (zie onder). Daardoor kunnen we enerzijds verder werken aan het verdiepen van de duurzaamheid van de projectenresultaten. Anderzijds laat het ons toe de efficiëntie van het nieuwe programma te verhogen. Er is natuurlijk ook voldoende aandacht voor een kwalitatieve afsluiting van deze projecten naar het Ministerie van Onderwijs, onder andere in de vorm van publicaties en visieteksten.

PROGRESS!

De naam is al gevallen: PROGRESS. Dit letterwoord staat voor Programma Effectievere Scholen Suriname. PROGRESS wil scholen in staat stellen om kwaliteitsvoller onderwijs te realiseren. Dit willen we vooral bereiken door ons te richten op de capaciteitsversterking van afdelingen van het Ministerie van Onderwijs, het vergroten van de kwaliteit van pedagogische instituten, het opstellen van een duurzame professionalisering voor het onderwijsveld, en het verzamelen en analyseren van onderwijsdata.

Voor de ontwikkeling van PROGRESS werken we heel nauw samen met het Ministerie van Onderwijs en andere partners in het onderwijsveld. We willen immers dat het programma zo nauw mogelijk aansluit bij het Surinaamse beleid. Dit is trouwens een doorlopend proces dat we ook in de volgende jaren van het programma voortzetten. Een voortdurende afstemming met de onderwijsbeleidsmakers is een noodzaak om het succes van het programma te garanderen.

‘Aandacht voor partnerschap en eigenaarschap’ zijn dan ook geen holle frasen binnen PROGRESS. Alles doen we in overleg met onze partners. Dit is niet altijd de snelste oplossing, maar het is wel de zekerste. Daar zijn we van overtuigd.

Draagvlak

Een onderwijsvernieuwing is een langdurig proces, en PROGRESS is nog maar pas gestart. Veel spectaculaire resultaten kunnen we dan ook nog niet voorleggen. In 2008 leggen we in de eerste plaats de fundamenten voor het uitwerken van het programma. De grootste realisatie in 2008 is het vergroten van het draagvlak voor het programma binnen het Surinaamse onderwijsveld. Dit gebeurt op verschillende manieren: een uitvoerige studie van de huidige situatie, participatieve onderzoeken, de officiële lancering van het programma door de minister, de grote media-aandacht voor deze lancering, het participatief uitwerken van een boek over de toekomst van het Surinaamse onderwijs,... Niet echt dé mijlpalen maar ze zijn wel broodnodig voor de toekomst van het programma.

Overleg met andere donoren en partners

Harmonisatie met andere donoren is ook belangrijk. VVOB neemt actief deel aan het overleg van donoren binnen de sector onderwijs. Dit leidt in 2008 tot een concrete samenwerking met UNICEF. VVOB en UNICEF ontwikkelen immers samen met het Surinaamse Ministerie van Onderwijs het boek ‘Ik geloof in jou’, dat op een bevattelijke wijze een ideaaltypisch toekomstperspectief schetst voor het Surinaamse onderwijs. Het boek zal in 2009 verschijnen in een oplage van 10.000 exemplaren. Dat is meteen genoeg om iedereen binnen het Surinaamse onderwijs een exemplaar te geven. Zo kan iedereen mee op het schip van de boeiende onderwijsvernieuwingen die het Ministerie van Onderwijs in de volgende jaren wil ontplooien, samen met onder meer VVOB.

Grote uitdagingen

De uitdagingen in 2009 voor PROGRESS zijn dan ook niet van de poes… Een kleine greep uit de volle mand: een professionaliseringsbeleid uitstippelen, het uitwerken van visieteksten voor een aantal afdelingen op het Ministerie van Onderwijs, een stappenplan opstellen voor het vernieuwen van de lerarenopleiding, het uitwerken van een plan om het Surinaamse Onderwijs-Informatie-Systeem uit te breiden,… Daarnaast willen we steeds alert blijven tijdens de communicatie en het overleg met onze voornaamste partners.