U bent hier

20/04/2017

Tien dagen lang dompelden leerkrachten Evelien en Greet zich onder in de Surinaamse onderwijscultuur in het kader van Scholenbanden. Het doel? De internationale aspiraties van hun secundaire school, Mater Dei in Overpelt, verder vormgeven met een bezoek aan hun partnerschool, de Openbare Nijverheidsschool in de Surinaamse hoofdstad Paramaribo. Met veel inspiratie tot gevolg: “In Vlaanderen spreken we van een watervalsysteem, in Suriname van een opklimsysteem.”

Verbindende grapjes

De scholenband tussen de Vlaamse en Surinaamse scholen staat nog in zijn kinderschoenen, maar de verwachtingen aan beide kanten van de oceaan zijn hoog: “We willen leerlingen verschillen, maar vooral gelijkenissen laten ontdekken tussen het leven van jongeren in België en in Suriname”, vertelt Greet. Daarom ging een kernteam van leerkrachten van Mater Dei opzoek naar een verafgelegen school met een studierichting die overeenstemt met hun eigen Jeugd- en Gehandicaptenzorg in het vijfde technisch secundair. “En zo kwamen we terecht in de hoofdstad van Suriname, bij de Openbare Nijverheidsschool. We gaan in de eerste plaats samenwerken met de leerlingen die Zorg en Welzijn volgen, rond bejaardenzorg, kinderverzorging, psychologie en pedagogiek. Dat de taal dezelfde is, is goed meegenomen, want dat verlaagt de drempel voor ons en onze leerlingen. Een taal bindt nu eenmaal, je bent sneller mee met elkaars grapjes.”

Voorbeeld van respect

Met dit eerste bezoek hebben de leerkrachten van beide scholen een stevige basis gelegd om de komende jaren op verder te werken. Greet en Evelien ontdekten hoe een typische Surinaamse schooldag eruitziet, wat de sterktes en uitdagingen zijn in het onderwijssysteem en hoe lessen en stages georganiseerd worden. “Op deze manier doen we als school aan horizonverbreding, het zit namelijk ingebakken in onze schoolcultuur om steeds te blijven groeien”, vertelt Evelien. “Een schooldirectrice leerde ons hier bijvoorbeeld dat het technisch onderwijs voor jongeren een ‘opklimsysteem’ kan zijn naar een goed diploma en werk. In Vlaanderen spreken we daarentegen van een ‘watervalsysteem’; in aso beginnen en ‘afzakken’ als nodig.”

En van Suriname, een smeltkroes van etniciteit en religie, kunnen Vlaamse scholen op een ander belangrijk vlak nog heel wat bijleren. “De economische situatie in Suriname is bedroevend, het water staat iedereen aan de lippen. En toch zeggen de Surinamers ‘we gaan gewoon door!’ en zoeken ze geen zondebok. In België zou er meer polarisering en frustratie leven”, denkt Evelien. Greet beaamt: “Suriname is een voorbeeld wat betreft respect voor andere bevolkingsgroepen en godsdiensten. Een verbindende samenleving.”

Rode draad

Greet en Evelien weten zeker dat de scholenband zich niet zal beperken tot de richting Jeugd- en Gehandicaptenzorg in hun school, maar ook zijn stempel zal drukken op de algemene vakken van alle leerlingen in het vierde en vijfde jaar technisch onderwijs. “We willen zoveel mogelijk leerkrachten en leerlingen betrekken bij de scholenband”, neemt Greet zich voor. Zo zal tijdens geschiedenislessen stil worden gestaan bij het effect van de ontdekkingsreizen en slavernij op het Suriname van vandaag, bij Voeding zullen leerlingen een typisch Surinaams gerecht bereiden. Binnen het thema ‘diversiteit’ in de les Sociale Wetenschappen gaan leerlingen een gesprek aan over vooroordelen versus de werkelijkheid aan de hand van contacten met leeftijdsgenoten in de partnerschool. “Onze leerlingen hebben in de informaticales al een kennismakingsfilmpje gemaakt en opgestuurd naar hun Surinaamse tegenhangers, en kregen al snel een filmpje terug. Dat zette alvast de toon voor wat een boeiende uitwisseling zal worden”, voorspelt Evelien.

Oer-Vlaams

Greet en Evelien zaten niet heel de week op de Surinaamse schoolbanken. Ze genoten ook van hun welverdiende vrije tijd. Hun gastvrouw Ulrike, ook leerkracht op de partnerschool, trakteerde hen op onderdak en samen met haar collega Roel zorgde ze voor een propvolle agenda. “Het was de eerste keer dat ik van zo dichtbij en zo intens een nieuwe cultuur heb leren kennen. Alles en iedereen lijkt op het eerste gezicht anders, en toch is er vanuit diezelfde achtergrond en interesse een klik”, zegt Greet. “Dat is ook niet moeilijk. Onze gastvrouwen en -heren waren vrolijk, uitbundig en relaxt”, vult Evelien aan. “We gingen samen naar het theater, bezochten een plantage en vierden feest aan een kreek van de Surinamerivier. We leerden elkaar echt goed kennen en genoten oprecht van elkaars gezelschap.”

De scholenband kende alvast een vliegende start. Als alles goed verloopt, mag de Mater Dei school volgend academiejaar op haar beurt collega’s uit de partnerschool ontvangen voor wat hopelijk een oer-Vlaamse week wordt.

 
Met het programma ‘Scholenbanden’ koppelt VVOB scholen in Vlaanderen aan scholen in het Zuiden. De samenwerking kan verschillende vormen aannemen. Van het uitwisselen van knowhow over het sturen van foto’s en brieven tot uitwisselingsprogramma’s voor leraren. Het voornaamste doel is niet om geld in te zamelen, maar wel om informatie uit te wisselen waar beide scholen wat aan hebben.