U bent hier

Stageland: 
Ecuador
Stagejaar: 
2017

Een week voor vertrek had ik er zin in, een dag ervoor had ik er heel veel zin in, op de luchthaven kwamen alle zenuwen in een keer op me af. Waar ga ik terechtkomen, gaat er mij niets slecht overkomen, gaan ze mij wel verstaan, wat moet ik daar eigenlijk gaan doen, hoe kan ik mijn begeleider bereiken als ik haar niet vind op de luchthaven...? Mijn bezorgdheid werd als snel weer wat getemperd als ik naast een lieve Ecuadoriaanse ging zitten op het vliegtuig. 12 uur later was ik weer helemaal gerust wanneer mijn begeleidster Elke op me stond te wachten in de aankomsthal. Quito was niet zo anders dan België en dus ook helemaal niet zo eng. De collega's op het VVOB-kantoor waren allen even verwelkomend en ze gaven me complimenten over mijn Spaans, dat was al een zorg minder. Kort daarna reden we naar Santo Domingo, een minder veilige stad in Ecuador had Elke mij verteld. Ik merkte het grote verschil pas toen ik alleen in mijn mooie hotelkamer met airco uit het raam keek op de vervallen gebouwen en straathonden. Morgen zou ik mijn gastgezin ontmoeten. Voor de tweede keer werd ik heel zenuwachtig. Gelukkig is geen enkele van de rampscenario's in mijn hoofd uitgekomen.

Mijn gastgezin verdient werkelijk een prijs voor de manier waarop ik in hun familie werd opgenomen. Ik kreeg er niet alleen kost en inwoon, maar ook twee zussen een broer, een mama en papa. Die laatste twee, Pepe en Carmen, zorgden voor mij alsof ik een vierde kind was (ijsjes en trips naar de rivieren inbegrepen). Zij zorgden er ook voor dat mij niets overkwam. Eender wat ik nodig had (of ik het wist of niet) zij zorgden ervoor. Ik ben ervan overtuigd dat hun soms extreme bezorgdheid ervoor heeft gezorgd dat mij niets slecht is overkomen. Ik werd nooit bestolen, iets wat helaas geen uitzondering is in Santo Domingo en ik ben (op een kleine uitzondering na) niet ziek geworden. Mijn zussen waren mijn vriendinnen; we relaxten samen thuis, gingen winkelen, gingen naar de dansles en gingen ook een paar keer uit. 

Naast mijn gastgezin waren ook de scholen een erg warme plek. Ik moet toegeven dat ik het zoenen en knuffelen elke ochtend er eerst wat te veel aan vond, maar nu vind ik Belgen koel en mis ik de ochtenden zo erg. Op school stond het hele team achter mij: leerkrachten, directeur, vicedirecteur, inspecteur noem maar op. Na even observeren en kleine participaties in de lessen van de leerkrachten Engels ging ik al snel zelf wat proberen. Meteen waren de meeste leerlingen fan. Ik moest wel wennen aan de benadering naar mij toe en zij moesten wennen aan mijn lesmethoden. Toch klikte het heel snel. Ik heb op stage in België nooit zoveel gesprekken gehad met mijn leerlingen. Ook merkte ik de impact van mijn lessen op de leerlingen veel sterker dan thuis. Het was moeilijker om deze impact ook op de leerkrachten te hebben. Hoewel ze zeer enthousiast waren over mijn aanwezigheid, kreeg ik hen moeilijk betrokken. Wanneer ik lessen wilde bespreken, bleef hun commentaar erg kort. Ze zagen activiteiten na de lesuren niet echt zitten. Wel merkte ik dat de leerkrachten mijn methode toepasten in parallellessen. Dat was uiteindelijk ook het doel: leren van elkaar.

Toen de vakantie eraan kwam voor de leerkrachten, moest ik zoeken hoe ik verder nuttig kon zijn tijdens deze periode. Ik ontwikkelde een lerarenhandleiding voor het handboek van het volgende schooljaar. Er kropen heel wat uurtjes in en frustratie met Word bleef niet uit. Ik was erg tevreden met het resultaat, of hij gebruikt zou worden was helaas een moeilijkere zaak. Ik mailde het rond en sprak de leerkrachten er over aan wanneer ze uit vakantie kwamen. Het begin van het schooljaar was niet erg vruchtbaar. De uurroosters waren niet gemaakt, waardoor leerlingen maar wat rondliepen, we konden de handleiding dus niet testen. Op de tweede school in La Villegas was er nu nog een leerkracht minder voor Engels. Ik nam daar even zo veel mogelijk lessen over, maar dat is natuurlijk geen duurzame oplossing. Ik nam contact op met het Vredescorps voor een stagiair, maar antwoord liet op zich wachten.

Dan was het einde van mijn stage daar: veel sneller en tegelijk trager dan verwacht. Ik vertrok weer richting hoofdstad met zo veel verschillende gevoelens: 'ik ben hier nog niet klaar', 'ik wil naar huis', 'ik wil hier blijven', 'het is goed geweest'. Thuis zijn is heel vreemd na zo lang bij een ander gezin te wonen met een andere routine. Veel tijd om te wennen had ik echter niet. Met de examens in het vooruitzicht werd ik in de Belgische stiptheid en planningobsessie gegooid. De dagen gingen enorm snel en ik schrok ervan hoe snel ik afgestudeerd was.